In 2015 hebben er op pensioengebied en dus ook voor banksparen diverse wijzigingen plaatsgevonden. Zo werd het pensioen afgetopt op 100.000 euro en de jaarruimte aanzienlijk kleiner .
Prinsjesdag 2015 brengt deze keer weinig nieuwe wijzigingen voor banksparen met zich. We hebben een overzicht gemaakt van de belangrijkste wijzigingen die in het belastingplan 2016 staan.
Aanpassing afkoopwaarde lijfrente
Indien een lijfrente wordt afgekocht, wordt de waarde economisch verkeer (de afkoopwaarde) als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in de inkomstenbelasting betrokken, met een minimum van de betaalde en in aftrek gebrachte premies.
Dit kan tot een ongewenste gevolg leiden op het moment dat de afkoopwaarde lager is dan de betaalde premies. Om dit ongewenste effect weg te nemen, wordt de minimale waarderingsregel afgeschaft. Vanaf 2016 wordt altijd de waarde in het economisch verkeer in de heffing betrokken.
Overigens blijft uiteraard bij afkoop nog de wel 20% revisierente verschuldigd, behalve bij afkoop kleine lijfrente(€ 4.242 per instelling in 2015). Zie belastingdienst
Doorbeleggen van pensioen
Op dit moment wordt gewerkt aan een Wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken om ook na pensioendatum te kunnen doorbeleggen met pensioenkapitaal (Beschikbare Premieregeling). Dit Wetsvoorstel komt voort uit de problematiek van de lage rentestand. Het aankopen van pensioen op pensioendatum tegen de thans zeer lage rekenrente heeft gevolgen voor de gehele uitkeringsfase. Dit wetsvoorstel moet deze problematiek (deels) gaan ondervangen en zal in 2016 zijn beslag krijgen. Vanzelfsprekend zijn er op dit moment nog geen pensioenproducten waarmee kan worden doorbelegd. Het is dus afwachten met welke producten en oplossingen de pensioenverzekeraars zullen komen.
Overigens is als tijdelijke maatregel inmiddels de pensioenknip ingevoerd.
Versnelde verhoging AOW leeftijd
In 2015 is het wetsvoorstel versnelde verhoging AOW leeftijd aangenomen. Met ingang van 2016 gaat de AOW leeftijd versneld omhoog. De AOW-leeftijd wordt nu vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Verhoging in | Verhoging in maanden | AOW-leeftijd | Betreft personen geboren: |
2015 | 1 | 65 + 3 maanden | na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 |
2016 | 3 | 65 + 6 maanden | na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 |
2017 | 3 | 65 +9 maanden | na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 |
2018 | 3 | 66 | na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 |
2019 | 4 | 66 + 4 maanden | na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 |
2020 | 4 | 66 +8 maanden | na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 |
2021 | 4 | 67 | na 30 april 1954 en voor januari 1955 |
Overigens blijft het kabinet kijken naar verdere hervormingen van het Nederlandse pensioenstelsel. Zie het volgende artikel over hervorming pensioenstelsel