EU-burgers moeten zelf een pensioen kunnen opbouwen, ongeacht hun woonplaats in de Europese Unie. De Europese Commissie maakt zich zorgen over de vele EU-burgers die niet of nauwelijks voor hun pensioen. Wanneer zij stoppen met werken, zijn zij volledig afhankelijk van de staat voor hun inkomen. Om dit op te vangen, lanceert de Europese Commissie het Pan-Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP).
Weinig burgers met eigen pensioen voorziening
In veel EU-lidstaten is de oudedagsvoorziening een stuk minder goed geregeld. Nu spaart nog maar 27% van de Europeanen tussen de 25 jaar en 59 jaar in de zogeheten derde pensioenpijler, zegt Eurocommissaris Valdis Dombrovskis, die verantwoordelijk is voor de Kapitaalmarktunie.
In Nederland is de pensioenvoorziening goed geregeld. Zeker 85% van de werknemers bouwt in de tweede pijler (via de werkgever) pensioen op, blijkt uit cijfers van de Pensioenfederatie. Daarnaast hebben veel Nederlanders ook een pensioen in de derde pijler: op eigen initiatief. Een goed voorbeeld daarvan is banksparen.
PEPP
Pepp heet het nieuwe pensioen, een afkorting van Pan-Europees pensioenproduct. Pepp is geen pensioenfonds. Het is een regeling die pensioenfondsen, verzekeraars en banken kunnen aanbieden. Werkende Europeanen kunnen zich vrijwillig aanmelden. Ook Nederlanders. Zij ontvangen dan naast hun AOW en aanvullende pensioen een extra uitkering.De Commissie hoopt met de lancering van een Europees pensioenproduct een Europese pensioenmarkt creƫren met meer transparantie en schaalgrootte.
PEPP standpunten Nederland
Het verbond van verzekeraars verwacht in Nederland vooralsnog weinig belangstelling voor de Pepp. Nederlanders sparen immers vaak al verplicht bij een pensioenfonds en er is al ‘een volwassen pensioenmarkt met een groot aanbod in de derde pijler van verzekeraars en bankspaaraanbieders’. De Pensioenfederatie had liever gezien dat pensioenopbouw bij werkgevers in de Europese Unie werd gestimuleerd door de Commissie. Nu zou de pensioenvoorziening in de tweede pijler juist onder druk komen te staan.
In de Tweede Kamer werd in april een motie aangenomen waarin de Kamerleden de regering aanspoorden zich te verzetten tegen het raamwerk van de EU. Bij de onderhandelingen in Brussel moet het kabinet zich uitspreken tegen het plan, stelt een ruime meerderheid van de Kamer. Er is dus weerstand vanuit de Tweede Kamer te verwachten.
Kortom eerst maar even afwachten. De vervolgstap van de EU is nu dat het plan eerst wordt besproken met de lidstaten en het Europees Parlement.