Waarom pensioensparen?
Het kabinet wil de pensioenopbouw vanaf volgend jaar (2015) fors beperken. Jaarlijks kan nog maar 1,875 (in plaats van 2,25) procent van het inkomen opzij worden gelegd voor de oudedagsvoorziening. Die ingreep moet bijna 3 miljard opleveren, de grootste bezuiniging uit het regeerakkoord. Over inkomens boven een ton (€ 100.000) kan straks helemaal geen pensioen meer worden opgebouwd. Wel komt er voor de hogere inkomensgroepen een vrijwillige bijspaarregeling (Pensioensparen).
70% van het gemiddeld loon
U bouwt minder pensioen op, maar daar staat tegenover dat u langer pensioen kunt opbouwen. Dat komt doordat Nederlanders langer moeten doorwerken, voordat ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Het opbouwpercentage houdt in dat als u 40 jaar onafgebroken werkt in die periode maximaal 40 maal 1,875 procent van uw loon belastingvrij kan opbouwen, wat neerkomt op 75 procent van het gemiddelde loon.
Aangezien het niet vaak zal voorkomen dat iemand onafgebroken 40 jaar werkt, is gekozen voor een iets minder sterke verlaging van de opbouw dan in het oorspronkelijke plan. 70 procent van het gemiddelde loon wordt gezien als passend pensioen.
Vrijwillig pensioensparen
Nederlanders met een inkomen boven 100.000 euro kunnen alleen pensioen opbouwen tot 100.000 euro. Maar in het akkoord zijn fiscale maatregelen opgenomen die aantrekkelijk maken om te sparen.
Via een nettolijfrente oudedagsvoorziening kan 1,875 procent van het loon, dat boven 100.000 euro uitkomt, worden opgebouwd. De premie wordt betaald uit het nettoloon. Het opgebouwde vermogen wordt niet belast in box 3. Ook de pensioenuitkering is onbelast, omdat al belasting is geheven over het loon.
Deze regeling staat open voor iedereen: werknemers, ondernemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).
Het fiscale voordeel is dus beperkt tot de vrijstelling in box-3, te weten 1,2% vermogensrendementsheffing. Hierdoor is de impact voor het kabinet ook beperkt.
In het akkoord is ook opgenomen dat zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) voor hun pensioen kunnen gaan sparen. Het spaarbedrag wordt niet aangemerkt als vermogen indien zij zonder werk komen te zitten, waardoor zij bijstand kunnen aanvragen.
Verschillen banksparen en pensioensparen
Er zijn de volgende verschillen tussen banksparen en pensioensparen:
- Bij banksparen is de inleg brutoloon en de uitkering bruto dus belast tijdens de uitkering
- Zowel banksparen als pensioensparen zijn niet belast in box-3
- Banksparen kan alleen als er een pensioentekort is, de zogenaamde jaarruimte.
- Banksparen kan alleen bij banken, mogelijk kan pensioensparen ook bij verzekeraars en pensioenfondsen.