Banksparen of een lijfrenteverzekering?
De meeste voorwaarden die bij een lijfrenteverzekering gelden, gelden ook bij banksparen. Welke het beste past is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Hieronder een nadere toelichting over banksparen of een lijfrenteverzekering in relatie tot uw pensioen. Er zijn ook verschillen in relatie tot banksparen voor het aflossen van de hypotheekschuld, deze variant is niet nader uitgelegd.
Banksparen is relatief eenvoudig: u spaart of belegt een bepaald bedrag voor uw pensioen. Lijfrenteverzekeringen zijn vaak ingewikkelder. Er bestaan allerlei varianten en bovendien kunt u kiezen voor een nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Door al die mogelijkheden zijn lijfrenteverzekeringen en banksparen moeilijk met elkaar te vergelijken. Bij uw keuze is het belangrijk om in ieder geval te letten op:
- de maandelijkse kosten (de inleg/premie + aanvullende kosten)
- de periodieke uitkering later (als u spaart voor uw pensioen)
- de rente op het opgebouwde vermogen
- de zekerheid op een bepaalde uitkering
- de gevolgen bij ziekte, werkloosheid en overlijden
- uw persoonlijke situatie; nabestaanden, etc
Nabestaanden risco verzekeren
Of u bepaalde risico’s wilt verzekeren, hangt af van uw eigen situatie en voorkeuren. Misschien heeft u geen directe nabestaanden of heeft uw partner voldoende inkomen na uw overlijden. In beide gevallen is het dan niet nodig om iets te regelen voor na uw overlijden.
Lang Leven Risico
Spaart u ter aanvulling van uw pensioen? Dan is het goed om rekening te houden met zogenaamde langlevenrisico. Een lijfrente keert uit tot aan uw overlijden, ongeacht hoe oud u wordt. Bij banksparen spreekt u af in hoeveel jaar tijd het spaartegoed wordt uitbetaald; dat moet vaak minimaal tot aan uw 85-ste zijn, dit is de 20 jaarsperiode vanaf uw 65-ste. Mocht u langer leven dan de afgesproken periode, dan is uw tegoed op en heeft u niet langer recht op een uitkering.
Situatie bij overlijden
Op het moment dat u uw vermogen opbouwt en u komt te overlijden, dan zijn bij dit spaardoel (pensioen) de verschillen tussen banksparen en een lijfrenteverzekering beperkt. Maar overlijdt op het moment dat u jaarlijks een bedrag krijgt uitgekeerd (meestal na uw 65ste), dan zijn de verschillen groter. Een lijfrente stopt op het moment dat u overlijdt. Uw nabestaanden ontvangen niets, tenzij u een overlijdensrisicoverzekering heeft afgesloten. Bij banksparen hebben uw nabestaanden recht op het resterende bedrag op de bankspaarrekening.
Banksparen en het depositogarantiestelsel
Een van de voordelen van banksparen is dat het gespaarde vermogen onder het depositogarantiestelsel valt (mits de bank, de rekening en de rekeninghouder onder de voorwaarden vallen). Het depositogarantiestelsel keert bij een faillissement van een bank maximaal € 100.000 uit per spaarder. Deze regeling geldt per bank(vergunning) en per rekeninghouder (ongeacht het aantal rekeningen).
Banksparen vergelijken
Wilt u een keuze maken tussen banksparen en een lijfrenteverzekering, maak dan eerst een lijstje met punten die voor u belangrijk zijn. Op basis daarvan kunt u de verschillende mogelijkheden met elkaar vergelijken. Overstappen van een lijfrenteverzekering naar banksparen kan ook, maar ga voor uzelf goed na of daar voordelen aan zijn verbonden. Overstappen kan kostbaar zijn. U zult de lijfrenteverzekering moeten afkopen, en dat is meestal duur. Die kosten kunnen zelfs zo hoog zijn, dat het niet rendabel is om over te stappen.
Hieronder voor de compleetheid nog een overzicht van de overeenkomsten en verschillen tussen een bancaire lijfrente en een verzekerde lijfrente.
Bancaire lijfrente (uitkering) | Verzekerde lijfrente (uitkering) |
Het geblokkeerde tegoed (of het kapitaal uit een verzekering) wordt in termijnen uitgekeerd. Dit is altijd tijdelijk.
Uitkering na 65e: Uitkering voor 65e: |
Het geblokkeerde tegoed (of het kapitaal uit een verzekering) wordt in termijnen uitgekeerd. Dit kan in een tijdelijke- of levenslange lijfrenteverzekering.
Uitkering na 65e: Uitkering voor 65e: |
Consequenties (tussentijdse) afkoop: – Negatieve persoonlijke verplichting (alsnog belasting in Box 1) – Revisierente (20%), een soort boete van de overheid. Afkoop van kleine tegoeden (kleiner dan € 400,- per jaar ) is wel zonder bovenstaande consequenties toegestaan. |
Consequenties (tussentijdse) afkoop: – Negatieve persoonlijke verplichting (alsnog belasting in Box 1) – Revisierente (20%), een soort boete van de overheid. Deze consequenties gelden ook bij afkoop van kleine tegoeden. |
Bank- of beleggingsinstelling is inhoudingsplichtig, dat wil zeggen dat zij bij uitbetaling de verschuldigde belasting en loonheffingen inhouden(Box 1). | Verzekeraar is inhoudingsplichtig, dat wil zeggen dat zij bij uitbetaling de verschuldigde belasting en loonheffingen inhouden (Box 1 ). |
Overlijden Het tegoed valt in de erfenis, aan alle nabestaanden. Indien dit boven de vrijstellingen uitkomt, dient er wel successierecht over betaald te worden. Na overlijden van de rekeninghouder moet men wachten op de afwikkeling van de gehele nalatenschap. In die tijd krijgt de nabestaande (nog) geen uitkering. |
Overlijden Het tegoed valt aan de verzekeraar. Om dit te voorkomen kunt u bij het aangaan van de verzekering een nabestaandenuitkering verzekeren. Voor een uitkering aan de kinderen dient een aparte contraverzekering afgesloten te worden. Na overlijden van de verzekerde ontstaat er een zelfstandig recht op de nabestaandenuitkering in het geval dit verzekerd is en wordt de uitkering direct uitbetaald. |
Kosten Van iedere uitkering wordt vaak 1 euro a 2 euro ingehouden voor de administratieve afhandeling van de wettelijk verplichte belastinginhouding. De kosten voor de lijfrentespaarrekening zelf zijn er vaak niet, dus kosteloos. |
Kosten De kosten voor administratie, tussenpersoon vergoeding, eventuele extra (overlijdens)verzekering, uitkering zijn vaak niet te onderscheiden en meegenomen in de rendementsberekening dan wel aangegeven onder de kop premiekosten. |