Zowel de consument, die spaart voor de oude dag of het aflossen van een hypotheek, als de aanbieders van banksparen (banken en beleggingsinstellingen) lijken te profiteren van de toegenomen concurrentie door de bankspaarwet van 2008, schrijft De Nederlandsche Bank (DNB) vandaag in zijn kwartaalbericht.
De Nederlandse markt voor fiscaal gefaciliteerde vermogensvorming verandert in snel tempo volgens de DNB. Sinds de introductie van de Wet Banksparen per januari 2008 ondervinden levensverzekeraars in toenemende mate concurrentie van banken en beleggingsinstellingen op deze markt. Hierdoor staan de nieuwe productie en winstgevendheid van levensverzekeraars structureel onder druk. Deze sector staat dan ook voor een aanpassingsproces.
Banken profiteren van banksparen omdat de aangetrokken gelden een langlopende en relatief stabiele financieringsbron vormen. Voor de consument lijkt banksparen te resulteren in lagere kosten door de toenemende concurrentie. Door de verschillen tussen typen producten en aanbieders blijft de markt echter complex.
Banksparen groeit snel
Eind 2008 was het totale saldo van bankspaarrekeningen nog 0,6 miljard euro, maar eind 2009 was dat al opgelopen tot 2,6 miljard euro. Het ging toen om ongeveer 120.000 ''hypotheekrekeningen'' en nog eens 120.000 ''pensioenrekeningen''.
Volgens DNB is tegelijkertijd een daling te zien bij de levensverzekeraars. ''Het ligt in de rede dat de groeiende populariteit van banksparen hierin een rol speelt.''
De totale markt van wat genoemd wordt fiscaal gefaciliteerde vermogensvorming lijkt ongeveer gelijk te blijven. Bij de daling van de productie van levensverzekeraars speelt waarschijnlijk ook de economische terugval en het gedaalde vertrouwen als gevolg van de woekerpolisaffaire een rol.
De opkomst van het banksparen kan de banken helpen eenvoudiger te voldoen aan nieuwe hogere liquiditeitseisen, die het gevolg zijn van nieuwe internationale richtlijnen uit het zogeheten Basel III-akkoord, aldus DNB.
Bron:DNB Kwartaalbericht 15-10-2010