Prinsjesdag: Einde banksparen ontslagvergoeding (stamrecht)

Uit de plannen van het kabinet gepresenteerd op prinsjesdag blijkt duidelijk dat per 1 januari 2014 het doek valt voor een fiscaal voordelige regeling voor de ontslagvergoeding ook wel gouden handdruk. Als de plannen van het kabinet doorgaan, is er vanaf 1 januari 2014 geen
mogelijkheid meer om een ontslagvergoeding onder te brengen in een
Stamrecht BV of een Stamrecht Bankspaarrekening (gouden handdruk
sparen). Dit moet nog wel goedgekeurd worden door de Tweede
kamer in november en door de Eerste Kamer op 15-16 december. Pas eind december zal hierover dus definitief meer duidelijkheid zijn.

Banksparen ontslagvergoeding ten einde in 2014

In de Macro Economische Verkenning van het Centraal Plan
Bureau die met Prinsjesdag is gepubliceerd staat dat er een einde komt aan de stamrecht BV en banksparen (stamrechtsparen) .De tekst hierover is
duidelijk: “De stamrechtvrijstelling wordt per 1 januari 2014 afgeschaft voor nieuwe gevallen voor BV’s, bankspaar- en verzekeringsproducten.” Voor ontslagvergoedingen na 1 januari 2014 geldt dat er meteen moet
worden afgerekend met de fiscus in Box-1 .

Daarmee wordt het voor mensen die een ontslagvergoeding krijgen, onmogelijk gemaakt om de gouden handdruk fiscaal gunstig te gebruiken voor een inkomensaanvulling op langere termijn. Zij dienen vanaf 2014 de inkomstenbelasting over de ontslagvergoeding direct af te dragen en kunnen deze niet meer uitstellen tot een later tijdstip. Het kabinet hoopt hiermee € 0,75 miljard te bezuinigen.

De ontslagvergoeding moet vanaf 2014 verplicht verloond worden. Verlonen betekent dat de ontslagvergoeding wordt opgeteld bij de rest van het inkomen op jaarbasis. Er zijn 4 verschillende schijven met 4 oplopende belastingpercentages. Daarnaast gaat de werknemer jaarlijks te maken krijgen met de 1,2% vermogensrendementsheffing (na aftrek vrijstelling).

Impact bestaande stamrechten

Het vermogen in de bestaande stamrechtvrijstellingen / stamrecht BV wil het kabinet vrijspelen door een eenmalige fiscale stimulans. Bestaande stamrechthouders krijgen namelijk een belastingkorting van 20% over de uitkering. Dit betekent dat over de eerste 20% van de uitkering geen inkomstenbelasting betaald hoeft te worden. 

Een korting van 20% betekent dan een uiteindelijk belasting van 41,6%.
Dit ligt erg dicht bij de 42% die men normaal zou kunnen betalen. Of
lager als men de gouden handdruk gebruikt voor pensioenaanvulling. Het
zogenaamde voordeel van 20% is dus niet altijd voordelig. Een simpele rekensom leert ook dat opgenomen stamrechten boven de vrijstelling al snel meer aan vermogensrendementheffing (1,2%) kosten dan de eenmalige belastingkorting. Binnen minimaal 6 en maximaal 9 jaar is de belastingkorting alsnog voldaan aan de belastingdienst.