Banken winnen marktaandeel voor wat betreft vrijvallende koopsommen ten koste van verzekeraars, dit blijkt uit onderzoek van TNS Nipo gehouden van half mei tot begin juni onder 907 financiële beslissers.
Verzekeraars verliezen
Uit het marktonderzoek blijkt dat verzekeraars nog steeds marktaandeel verliezen als het gaat om vrijvallende koopsommen en lijfrentes. De vier grootbanken trekken 34% van de geldstroom van vrijvallende koopsommen/lijfrentes naar zich toe. Dat is 10% meer dan ze oorspronkelijk verkocht hadden in een markt die aan de verzekeraars toebehoorde. De vijf grootste partijen zijn (in alfabetische volgorde): ABN AMRO, Aegon, Delta Lloyd Groep, ING Groep en Rabobank.
Klant wil rechtstreeks contact met aanbieder
Volgens onderzoeksdirecteur Adriaan Eecen van TNS Nipo winnen banken terrein op de lijfrentemarkt omdat banksparen steeds populairder is.
Daarnaast blijken consumenten steeds meer behoefte te hebben aan rechtstreeks contact met de aanbieder, dus zonder tussenkomst van een (assurantie)tussenpersoon.
Banken winnen dan wel terrein op de lijfrentemarkt, toch blijft 60% van de consumenten trouw aan de bank of verzekeraar waar ze de lijfrente oorspronkelijk hebben opgebouwd. Volgens Eecen omdat ze te weinig vertrouwd zijn met de lijfrentematerie. Bij het vrijvallen van hun lijfrentekapitaal laten ze de huidige bank of verzekeraar ook de lijfrenteuitkeringen verzorgen.
Voornaamste doel is aanvulling op pensioen
75% van de ondervraagde mensen gebruikt de pensioenuitkering als aanvulling op het inkomen. De pensioenuitkering uit koopsommen en lijfrentes vormt circa 13% van het totale inkomen dat voor het levensonderhoud wordt gebruikt.